Meer controle over wat je stemming veroorzaakt en waarom
Overtuigingen zijn meningen die we aan anderen en vooral onszelf vertellen, zonder ons af te vragen of ze echt waar zijn. Veel psychologen nemen aan dat we onszelf op die manier minstens 70 keer per dag voor de gek houden. Beperkende of valse overtuigingen roven niet alleen onze energie, maar ook iets dat mensen met het burn-out syndroom het meeste missen: tijd.
Hoewel we in een gesprek met anderen meestal wel doorkrijgen als we aan het ‘liegen’ zijn, ontbreekt een ‘controlerende instantie’ grotendeels als we in gedachten met onszelf praten. En het zijn juist de leugens die we onszelf vertellen die het schadelijkst zijn. Een van de overtuigingen die vaak gehoord wordt bij mensen met depressie, vooral in het begin van hun ziekte, is:
Ik mag anderen niet tot last zijn.
In plaats van anderen niet tot last te willen zijn, kun je je gevaarlijke overtuiging beter veranderen in een overtuiging die echt kan helpen.
Ik zal open en eerlijk over mijn gevoelens spreken. Alleen zo kan ik samen met mijn dierbaren ontdekken wat me echt verdrietig maakt. Hoe eerder ik dat weet, hoe sneller het me zal lukken weer plezier in het leven te hebben. En dat is niet alleen goed voor mezelf, maar ook voor alle mensen die belangrijk voor me zijn in mijn leven.
Helpende vragen die jou verder kunnen brengen
Verkeerde dialogen voorkomen ook bij psychische gezonde mensen dat ze hun volledige potentieel bereiken. Ben jij bereid om absoluut alles in twijfel te trekken dat je eerder beschouwd had als algemeen en zonder alternatief? Stel jezelf eens de volgende vragen om te testen of dat jouw overtuigingen waar zijn of op z’n minst nuttig.
- Is het waar?
- Kun je absoluut zeker weten dat het waar is?
- Hoe reageer je en wat gebeurt er als je deze gedachte gelooft?
- Wie zou je zijn zonder deze gedachte?
Je kunt je wel de hele dag ergeren, maar er is niemand die je daartoe verplicht.
~ Duitse journalist en uitgever Peter Hohl
De volgende keer dat je slecht voelt maar niet door een periode van rouw gaat, besteed je niet te veel aandacht aan dat slechte gevoel, maar vraag je je af hoe je dat gevoel kunt hebben veroorzaakt. Welke gedachte is net door je heen gegaan, die dit gevoel mogelijk maakte? Door dit te doen, krijg je geleidelijk meer controle over wat je stemming veroorzaakt en waarom. Zo kun je het tij steeds sneller keren.